Poet, candidaat in de regten, was opgelepeld door TOK, TEAM en hap, de bravi van de club. Tok was sinds een viertal jaren PhU. theor. et litt hum. st., VLAM was candidaat in dat vak, hap was theoloog. Poet zelf nu was een kraan.

Het is eene lange streep,

en toch is zij veel te kort. Die streep beteekent nu niets meer of minder dan een spookverschijnsel, een spookverschijnsel in de verlichte negentiende eeuw. ■— Ik was verpletterd. Keaan !! ruischte het rondom mij... . keaan !. .. . Bloedstollend geluid !. . . . Keaan !!.... en Jluideretid, jammerend, zuchtend waggelend, stootend, rammelend ritselend, krakend, dreunend kermend, ruischend, krijschend krassend, grijnzend, steunend golvend, sidderend, schurend schuddend, trillend, glijdend schokkend, tuimelend, rollend, maakten jufvrouw canapé en familie de allerzonderlingste bokkesprongen, en. . . . klopten !. , , . Hu-u-u-u ! zij klopten !. . . . Brrr!. .. . Keaan !!.... mij dunkt ik hoor ’t nog, dat mystisch ruisehende geluid. Mijne ramen nu zijn in ’t najaar zooveel mogelijk hermetisch gesloten. Keaan ! ! je kunt ze niet minder krijgen als voor vijf centen, hoorde ik nog beneden in den winkel.... fwit /... .en ik zweefde boven de daken van Utrecht; zoodat niemand mij zal durven tegenspreken, als ik beweer dat mahomet zaliger op verre na niet zoo mysterieus is weggevoerd