eens je opinie willen zeggen. Je moet namelijk weten, dat ik t’huis een oud boekje heb gevonden met papier doorschoten, waarop onuitgegeven aanteekeningen, aangaande den vroegeren toestand onzer academie, enz. De titel is Commentarium ofte ophelderende verclarhighe der wetten, t>ednyten ende decreten mitsgaders verscheyden Costvymen ratcende ’t sooghenaemde Hoogheronderwiis, opghestelt by my jan jansz. , studiosus aen de beroemde Hoogeschole tot Vtrecht.

Nu wilde ik aan mijne collegas voorstellen , om bij wyze van hoofdelijken omslag elk een lang prozastuk te leveren, dan was ik al gered met eenige mededeelingen uit dit boekje over te nemen; b. v. art. 72 is aldus gecommentarieerd:

De lessen blijven particulier.

De Hooghgheleerde Heeren syu aenvanckeliek aengestelt gheworden om openbare voorlesinghen te houden, voor de welcke niemant en behoefde yet te betalen; edoch sy vonden goed tot eyghen profyte eenighe private lessen daer aen toe te voeghen, voor dewelcke elck toehoorder syn quantum contribueerde. Deise nu syn het, dewelcke den gheest des tydts hebbende kunnen trotseeren tot den huydighen daghe syn gebleven in standt: de kosteloose jeghenswoordigh weynig bekendt. Evenwel