verouderde, Eomaansche bouwvormen , overwonnen ; het christelijk wereldrijk heeft zich in een tal van kleine staten opgelost: de steden ontwikkelen zich door de haar geschonkene privilegies tot eene zelfstandige macht. Vrijheid, de vrijheid van elke streek , van elke stad, van elk college, persoonlijke vrijheid wordt ieders leuze, zonder er aan gedachtig te zijn dat de hoogste vrijheid slechts erlangd kan worden, wanneer ieder van de zijne een weinig afstaat. Van dit streven, het leidende beginsel onzer republiek , lag de kiem reeds in de 18'*'' eeuw.

Te Utrecht, waar de domkerk zulk een schoon geïdealiseerd beeld dier dagen van innige geloofsmacht en energiesch streven naar vrije individualiteits-ontwikkeling geeft, begon men zich nu hoe langer hoe meer los te maken van des bissehops wereldlijke macht. De rechten en vrijheden der burgers, evenals die der 5 capittels, werden door vaste wetten verzekerd, wier handhaving de bisschop bezweren moest; en deze rechten werden niet alleen met achterdochtigen naijver door hen bewaakt, maar bovendien zooveel mogelijk uitgebreid.

Ook het onderwijs begon zich in die dagen uit de knellende armen der kerk los te wringen. Toen onder kabel de geooïe de reeds antiek gewordene beschaving nog iets van haar levenwekkenden gloed over de Alpen deed uitstroomen, was het onderwijs uitsluitend in de handen der geestelijken