in handen van den eaneellier kwam, die dit laatste echter na eenigen tijd weder aan den Mayor afstond.

Te Cambridge was het studentenleven niet veel rustiger dan te Oxford. Op het vasteland waren de studenten, met de Engelsche vergeleken, bijna ingetogen en vreedzaam te noemen. In de veel grootere academiesteden van het vasteland zooals: Parijs, Bologna, Weenen etc. vormden de studenten geene corporatie, die tegen de stadsbevolking was opgewassen. In plaats dat de leden der Universiteit hier hunne privilegies veroverden of ten minste zelve konden handhaven, waren zij geheel afhankelijk van de gunst en de macht der vorsten. Werd echter de Parijscbe universiteit, wellicht de afhankelijkste van allen, in haar zelfbestuur gestoord, of werden bare rechten geschonden, zoo maakten de leeraars van eene vergunning gebruik, hun door Paus gre&o-Eius IX (in 1231) voor zoodanig geval toegekend : zij staakten als dwangmiddel hunne lessen totdat de universiteit weer in hare rechten hersteld was.

Hoewel nu de hoogescholen allengs een meer wereldsch karakter verkregen, verloochenden zij echter de kerk niet, uit wier schoot zij geboren waren. Nog lang b. v. bleven de leden der Parijsche universiteit het geestelijk gewaad dragen. en eerst in 1452 werd, bij uitzondering, aan de studenten in de Medicijnen verlof gegeven in het huwelijk te treden.