duidelijk ik zeg maar dat ’t studenten-leveu zoo iets van lollig is, van je walste! En bij ’t einde dezer duidelijke explicatie slaat spreker een harden rolfel tegen ’t eerste ’t beste voorwerp. Hij wordt gekomplimenteerd over ’t vlugge aanleeren van kernachtige termen en geeft met ongeloofelijke bescheidenheid en gratie te kennen, dat zijn broer er nog veel verder in gevorderd is, en dat die heer ook spoedig van zijn gezelschap zal laten jouisseren. Dit verrassende berigt brengt den gastheer van zich zalven, en de looze bezoeker profiteert er van om eeü dwaasheid bij hem uit te lokken. „Ze mogen zeggen wat ze willen , maar ’t is toch maar een duivelsche toer om een paar fiesschen cadaver te maken hoeveel kunt ge er wel stouwen?” Bovengemelde verbijstering legt ’t getal van ’t klaverblad in den mond van pip , en de onzinnige spreekt ’t terstond uit ook. Allemagtig! riep balk , nou jij kent’t hoor! Arme pip, die tegenwoordig bekend staat als een der grootste drinkebroers die er in ’t verrukkelijke Utrecht rondscharrelen !

Bonk! Tweede toonaai! Een heer! (men leze: een ploertige opgeschoten jongen, éénjarig student) Balk senior! Een epileptische aanval van broederliefde noopt hem den gastheer weg te cijferen en den ander zoo studenticoos mogelijk te accosteren. Wel .Tandorie ! waarom ben je (vloek!)— van nacht zoo donders vroeg de kroeg uit gabon-