Die voor twaalf ~aarden nog te zwaar was, voor de opening 1, . gestopt;

Du nep nog achterna, „zie zoo nu beu je leelijk gefojit,”

Ulvssks zei niets maar wachtte totdat hij een eindje was voort- I p. .. gegaan.

Ging toen bij zijn coilegas zitten, en stak dood bedaard eeiie manilla aan li’ii 1 1... '

Du »i: ’tis een leelijk geval, maar jullie moet mij maar laten „11. t,„i. “D?en.

"ik heb daar ginds onder die bank vrij wat wijn verborgen

"Dien zal hij wel lusten, en als bij goed heeft gedronken

" -V 44W1..11, gcululiJieu "Hn door den slaap overbluft, of hij een zwijn was, ligt te ..... rouken.

"Haal ik zijn oog uit zijn kop, want hij heeft er, dank zij’de „ góden, maar e'én, ull.ll /l«iïs ~‘.i f 11. '

"Dn dan zit ’em de kneep nog maar in dien brutaleu steen

1 444 vAicu uiuiaien steen, "Als hij dus terugkomt moet niemand van jelui iets zeggen-

"Want dan zal ik het alleen wel zoo knapjes «verleggen

"Dat je over mijn vinding verbaasd en overbluft zult”staan.

‘'li, al deed je t nog nooit, aau 't ai)|)laudisereu zult gaan.”

Nu bleven ze onderlussehen maar wat zitten rooker. en praten

, -—„.va* V4l |^;iaLeu Otdat ze op t laatst den eenoogigen hospes bijna vergaten:

Maar tegen den avond, daar had je op cens een vreeselijk geraas:

"Nu opgepast” zei ulysses „daar is ie, de baas!”

’t Was niet gezeid of, doodelijk belust op het beloofde avontuur

Stelden ziek allen, hier in een boek, dadr bij een tafel in pos

Maar ja _ nam er weer twee in zijn kluiven

Kn naar binnen ah «aren ’t maar eijerstruiven.

200” zei ULïssES „dot heb je haudiaes gedaau” .. \1 • . 1 t . –

uiua ! ecu mcusch kuu toch vau aU.. alleen met bestaan