Terwijl hij van verontwaardiging bloost.
En neemt dien man vertrouwelijk in den arm
Intussohen maakt men buiten alarm ;
De vrome vrienden eischen den waardigen man ,
In hun midden terug, zoo het kan,
Dan willen ze een huis tot kerk inrigteu,
Waarin de waardige leeraar zijne gemeente kan blijven stiehten.
Nadat de Synode zoo slecht kon wezen
Om zulk een nuttig man uit de kerk te sjeezen.
Enfin! we zullen het hieromtrent kort maken,
Want de meeste zaken
Betreffende dezen patiënt
Zijn reeds overbekend.
Het vrome gebroed op straat
Was ten laatste ten einde raad ,
Toen al hun pogen ijdel bleek te zijn
En men constant bleef weigeren het uitleveren van van khijn.
Men weet wat er verder is geschied ;
De martelaar stuurde later alle plannen der goede gemeente in het riet
En vertrok met de Noorderzon,
Zoo spoedig hij kon.
Met zijne bekende vriendin over Zwitserland naar Engeland heen
Om den naasten weg te kiezen
En geen tijd te verliezen
En liet zijne vrienden hier achter in erbarmelijk geween.
Verder dient hier nog vermeld.
Dat dit jaar twee hiaten zijn hersteld
In het ütrechtsch predikantengetal.
Beiden ontstaan door een sterfgeval.
Dat Fliux en schijvuet daarvoor in aanmerking zijn gekomen.