midderis om tot den hemel van het studentenleven

te geraken. Ondertussehen was de Maskerade quaestie de quaes-

tie van den dag geworden. Na eenige stemmingen bleek het welhaast, dat het onmogelijk was eene nieuwe Maskerade-Commissie bijeen te krijgen, zoodat als laatste redmiddel op eene Corps-vergadering besloten werd, om zoodra zich 75 leden van het Corps onderling verbonden hadden tot het houden eener Maskerade, de helft der feestkas, behoudens goedkeuring van het door hen gekozene plan door het Corps, ter hunner beschikking zoude worden gesteld. Na veel tobben en haspelen is het eindelijk gelukt 75 deelnemers bijeen te krijgen , doch de moeijelijk-

heid om een geschikt plan te vinden en gebrek aan tijd dreigen ook deze laatste poging te doen mislukken. Mogen er enkelen zijn die beweren, dat al mogt de Maskerade in 1866 achterwege blijven de feesten niets van hunnen luister zullen verliezen, wij durven gerust volhouden, dat het geven van feesten zonder Maskerade ongeveer gelijk zal staan met het opvoeren eener opera, waarbij men alleen het orkest laat spelen en de zang achterwege blijft *). Ondertussehen wenschen wij voor den goeden naam van ons Corps dat aan dezen benevelden horizon een glorierijke morgen moge dagen.

*) De lezer herinnere zich, dat het verslag slechts gaat tot 1 November.

5