EEN KRITIEK GEVAL.

VERT E L LI !V C ,

OPGEDRAGEN AAN JONKVROEWK WILLY

Love’s labour’s lost.

Shakespkaee

„Wat meneer toch scheelt, wullem? Hij zit je de heele dag op z’u kamer te kniezen. Anders rijdt -i-d’r noch ’r es nut, na Zeist of zoo; of-i wandelt ’r es mit z’n kameraads: maar tegenswoordig – zeg, begriep jij d’r wa’ van, wullem?”

En „wullem” deed een langen trek uit zijn lange, echt vaderlandsche pijp en schudde bedachtzaam het grijze hoofd.

„Nee’, AACHiE!”

t Strakgesteven kornetje van aachie onderging een forschen ruk en de spitsche breinaalden ratelden vinniger dan ooit. En toch was ze zoo kwaad niet, die AACHIE; maar ze hield veel van meneer, heel veel zelfs: had ze niet volle twintig jaar bij de „ouwelui” gediend en had ze niet, toen ze met wullem zou gaan trouwen

4*