Vooreerst toch hebben we om met het zure te beginnen een oude, maar daarom niet min gegronde grief in te brengen tegen den Hoogleeraar de geer, de grief namelijk dat hij met zijn college-uren op inderdaad despotische wijze omspringt. Niet alleen toch is er bij hem van ’t classieke quartiertje geen sprake, maar het officiëele uur van achten wordt nu en dan zelfs op half negen verzet, terwijl het einde in den laatsten tijd bijna geregeld tien of vijftien minuten te laat komt. ïivenzoo is het met alle uren. Hoe lastig dit is voor de Hoogleeraren vreede en BRiLL behoeft geen betoog. Niet zeldzaam waren beiden ons reeds wachtende, wanneer wij buiten adem van de Heerenstraat kwamen aandraven.

Waar de jongelui nooit gebruik maken van het afdoende, maar minder beleefde middel om door geschuifel aan de stem van den Dom meer kracht bij te zetten, meenen wij met grond te mogen verwachten, dat Prof. DE GEER voortaan eenige, zij ’t mogelijk, radicale verbetering in zijne uurwerken doe aanbrengen. Met te meer vrijmoedigheid doen wij hem dit verzoek, omdat hij weder een nieuw blijk heeft gegeven van zijne alom bekende en gewaardeerde «humaniteit,” door de twee uren (waarvan een extra), welke hij aan ’t geven van de Instituten in ’t hollandsch gewijd heeft. Mocht ook de Anti-latijnsche partij zich hiermêe geenszins voldaan achten, wij voor ons achten het eene billijke tegemoetkoming aan de wenscben der minderheid en aan eene traditie, wier