Studoiiten-Corps ter tockening leggen op de Studenten-Societeit en op de Bibliotheek, waarop zij, die deelnemers wensclien te worden aan de te houden feesten, zich verbinden te betalen de som van ƒ 12. Na primo Maart teekenende, zal die som tot ƒ 15 verhoogd worden. Zoo iemand op 1 Junij 1867 zijne gelden niet betaald heeft, wordt hij van de deelneming aan de feesten uitgesloten.

Art 3. Tevens zal het Comité lijsten leggen, waarop voor vrijwillige bijdragen voor de feesten kan worden geteekend.

Art. 4. Na behooilijke begroeting te hebben opgemaakt, van de beschikbare gelden, zal het Comité een Concept-programma der te houden feesten bij deji Senaat inzenden, die het aan het Utrechtsche Studenten-Corps ter goedkeuring zal voorstellen. In dit programma moet vermeld zijn een gecostumcorde optogt of maskarade, zoo deze althans gehouden wordt. Ook de tijd der feestweek moet door het Corps op voorstel van het Comité worden vastgesteld.

Art. 5. Na goedkeuring van het programma, blijft de verdere regeling der feesten opgedragen aan het Comité, met uitsluiting van de maskerade, waarvan de regeling is toevertrouwd aan de Commissie der maskerade. Het Comité kan alzoo overeenkomsten aangaan waar en met wie het zulks noodig oordeelt tot daarstolling der feesten. Het kan alles aanwenden wat het tot opluistering dier feesten noodig acht, onder vcrpligling van met zijne uitgaven het bedrag