kerkeraad besloten, dat de proponenten het anniis gratiae zouden vervullen; dit toch was gemakkelijker voor de ringpredikanten, en de kerkeraad kon dan meer proponenten hooren, en dus uit zoo velen een’ bovensten besten kiezen. Van de zestig proponenten was er dus slechts één die geene vergeefsche reis zou doen!

Gertsen luisterde in stilte toe, en mij dacht, dat hij zat jagt te maken op eene onregtzinnigheid of zoo iets, om reeds vooraf een oordeel over mij op te maken. Hij liet zich onderweg afzetten, om de kerkeraadsleden van mijne aankomst te verwittigen, en ik reed mede naar de woning van Kees.

Wij zetten ons in de zindelijke Opkamer van de nette boerderij neder, om de gewigtige mannen, die voor het heil der gemeente van Kleistede waakten af te wachten. Onder het praten voelde ik eens in den zak van mijnen jas, om mij te overtuigen of ook mijne preek goed en wel was overgekomen, bij al de botsingen op dat barbaarsche antidiluviaansche voertuig, en het oog van mijnen gastheer, viel op het net gevouwen papier, op mijtie goed geconserveerde, kostbare preek.

Wel menheer, wat hè’j’ daor? vroeg hij.

O ik voelde eens hoe het met mijne preek stond.

Met oe prêk, hê’j die dan nou al klaor. Maor man ilat geet zoo niet, die mot liier gemaokt worden.

Hier gemaakt worden? en waaiom dat?

Wel denk ie, da’j hier maor zo’n prêkske veurlèzen