Hier wordt ona ’t beeld dier Vrouw bewaard

Hier zachte teedre Vrouwe,

Die veel moest lijden hier op aard;

Onwrikbaar in haar trouwe

Aan Grod en lieven echtgenoot,

Die ’t lijden lenigde en den nood

Van weduwen en weezen,

Die de aarde rondging met een lach

En, waar heur oog de ellende zag,

Die aanstonds heeft genezen. *)

Maar hiér ook klonk een forsche toon

Van ’t reinst gevoelen zwanger.

Hiér klonk een lied, zoo godlijk schoon.

Het strijdlied van een zanger.

Die voor den Naam des Heeren streed

En om dien Naam vervolging leed.

Maar nooit een stap wou wijken :

„hen vaste Burcht, een sterte Kots

„Is ons de trouwe liefde Gods,

Die nimmer zal bezwijken!”

Ja Godsprofeet! ja vurig held!

Toen gij, vermoeid van ’t strijden,

En, afgemat door ’t wreedst geweld,

U hier aan God mocht wijden

Toen ge op dit Patmos ruste vondt,

Toen prees uw hart toen prees uw mond

*) Wie, die ze eenmaal zag, vergeet ooit de roerende frescooa in de galerij der heilige Elisabeth?