veroordeelde, die zich rechts van hem bevond. Na dit gedaan te hebben, wierp hij zich op zijn brits. Vrij?? Hij lacht grimmig. Nooit kwam je immers uit dit vervloekte land vandaan. In ’t Noorden en Oosten de Ocaan en de Orinoco, in ’t Zuiden en Westen de Amazone en Cassiquiare. Dwars door ondoordringbare oerwouden en mangrovê-bosschen zou men moeten gaan. Neen, de klank van het woord vrijheid had op Pappilo geen uitwerking meer. En dan de soldaten nog, die goede schutters waren en in de menschenjacht bedreven! Voorloopig zou hij zich ten minste maar ter ruste begeven en kalm de komende dingen afwachten.

Spoedig bewees zijn regelmatige ademhaling, die dreunend zijn breede borst verliet, dat Pappilo in een diepen slaap was gedompeld. Plotseling schrok hij wakker. Zijn eersten blik gold het kleine tralievenster, waardoor het kleine stukje hemel zichtbaar was, waaraan de jarenlang gedeporteerde des morgens vrij nauwkeurig kon zien hoe laat het was. ..Omstreeks vier uur”, mompelde hij, ~straks komt de zon reeds op.” Hij hield eenige oogenblikken den adem

in en luisterde in gespannen aandacht, doch niets anders hoorde hij dan het kloppen van zijn eigen hart. Zouden zijn medegevangenen reeds een poging gewaagd hebben? Ach wat kon het hem eigenlijk schelen? Door nieuwsgierigheid echter gedreven, richtte hij zich van zijn brits op en liep óp zijn celdeur toe. Hé... de deur was open! Voorzichtig stak hij zijn hoofd naar buiten, doch in de gangen heerschte een diepe duisternis. Behoedzaam stapte hij uit zijn cel en liep voetje voor voetje, als een blinde de muren betastend, de gang in. Ha daar was licht! Nog eenige oogenblikken en hij stond bij de zwaar gepantserde buitendeur. Een hevig gevecht scheen hier te hebben plaats gehad. Vijf soldaten lagen in groote bloedplassen voorover op den grond. Waarheen thans? Hij was te laat. De anderen Waren hem reeds ver voor. Nu hij toch eenmaal buiten de gevangenismuren was zou hij maar trachten uit Guyana weg te komen, misschien dat er in zijn vaderland nog menschen waren die hem wilden helpen een eerlijk stuk brood te verdienen. Maar vóór alles wilde hij zich nog een blik gunnen op zijn orchideeën, die volgens zijn berekening nu voor het eerst moesten bloeien.

Haastig sloeg hij den weg in naar zijn stukje grond. Daar achter dat boschje lag het. Nauwelijks was hij daar voorbij of een lichte kreet ontsnapte zijn lippen.

Daar in de volle pracht van hun kleurenrijkdom aanschouwde hij zijn orchideeën. Ontroerd liet hij zich voor het bed op zijn knieën vallen en zacht streelden zijn eeltige vingertoppen de purper gevlekte bloem van een mooi exemplaar. Lang bleef zijn blik rusten op zijn geliefde bloemen, die hem de laatste maanden van zijn ellendig bestaan veel hadden doen vergeten en waarvan het afscheid nemen hem nu zwaar viel. Doch het werd tijd, dat hij vluchtte. Nog één langen blik wierp hij op zijn bloemen, toen snelde hij haastig weg. Plotseling hij was nog geen tien meter van zijn stukje grond verwijderd klonk achter hem het commando „Handen omhoog!!” Bliksemsnel draaide hij zich om en daar, achter zijn bed orchideeën, stond een sóidaat met het geweer in den aanslag.

Een zeldzaam jubileum pierde de heer G P. J. Versieegh te Amerongen. waar hij gedurende 40 i'aar de functie pan wethouder perpulde. Op deze foto is het moment weergegepen, waarop de burgemeester (links) den jubilaris complimenteert. Door bijzondere omstandigheden konden wij deze foto eerst heden plaatsen.

Gewillig stak Pappilo zijn armen omhoog, achter hem klonken meerdere voetstappen. Hij was dus ingesloten.

De oogcn strak op Pappilo gericht, gereed om hem op het eerste verdachte teeken neer te schieten, kwam de soldaat, die hem het ~Handen omhoog’l had toegeroepen, met een stel handboeien op Pappi» lo toeloepcn.

Hij zag nauwelijks, dat een bed orchideeën hem den weg versperde. Een bang voorgevoel maakte zich van Pappilo meester. Die lomperd zou toch wel om het bed heen loepen? Maar neen, reeds trapten zijn groote soldatenschoenen de eerste bloemen plat. Op dat gezicht sprongen Pappilo de tranen in de oogen. ~Terug... terug...” schreeuwde hij in zijn moedertaal. Tegelijkertijd liep hij, zijn armen afwerend naar den soldaat uitstrekkend, op I dezen toe, om hem te beletten nog meerdere van zijn I dierbare bloemen te vertrappen. Deze, die den II grooten dwangarbeider op zich af zag komen, stelde I zich haastig teweer... een schot weeiklonk... en in het voorhoofd getroffen stortte Pappilo neer, met zijn bloed het stukje grond drenkend, waar zijn dierbare orchideeën dien morgen voor het eerst gebloeid hadden

Wef teenenschillen is weer in volle gang, dit bedrijf dat veel in onze provincie wordt uitgeoefend, bloeit alleen in dezen tijd van het jaar. Dit groepje troffen we aan te Harmelen.

De mooie blanke teenen worden per schuit verder vervoerd, en vinden hun bestemming grootendeels in Denemarken waar ze tot meubelen verwerkt worden doch gaan zelfs naar Amerika voor verwerking. Vroeger was Duitschland de grootste afnemer.