vrouwenklooster gesticht zou hebben, heeft wellicht aanleiding gegeven zeker uittreksel uit het archief van Kleef —■ waarvan ook eene copie in het archief van Berne berust —• hetwelk het volgende betrekkelijk Maarsbergen vermeldt: „Ipsa vero (Bessela) in Betherch i) monialis ordinata, hinas ejusdem ordinis (Praemonstr.) preposituras instituit monialibus de post assignandas, unam in Woorde, baud longe a Batenhorch, alteram in Meersherch, prope Trajectum , übi et mons et villa Marem a Marte nomenclaturam sumpsere. Bescela autem, morte preventa, conceptum mentis spiritum de monialium monasteriis ibi construendis explere non valente, prepositure usque hodie mansere et grangie.” Maar, behalve dat hier slechts gesproken wordt van een plan, hetwelk Bessela niet heeft kunnen uitvoeren zooals er uitdrukkelijk vrordt bijgevoegd heeft ook dat uittreksel zelf, in zijn geheel, slechts weinig gezag; de schrijver dier regelen doet zich kennen als iemand die over vele zaken de klok had hooren luiden, maar niet wist waar de klepel hing. En wat hij van Woert zegt, is bepaald in strijd met de annalen van Berne, die verhalen, hoe Bessela de stichting van een nonnenklooster, aanvankelijk te Babiloniënbroek beproefd, daarna te Woert, bij Altforst, tot stand bracht, en verder herhaaldelijk van Woert gewag maken. *) Ook omtrent die „nomenclatura”

') Anders Bethbur of Bethborch genoemd, bij Kleef.

MS: non valens.

3) «Et cum sororibus, quos de seculo ad se traxerat, apud Babiloniam claustrum construere temptavit; sed displicuit ei locus, 60 quod esset palustris. Indeque profecta est ad locum qui dicitur Wort, ibique ecclesiam edificavit; et tante ibi sorores in brevi recepte sunt, quod computabantur circiter Septuaginta.»