hoorde het in eigendom aan jonker Jan Krijt en zijne vrouw Arnolde van Baerl. Hunne dochter Anna bracht het ten huwelijk mede aan Jan van Doetinchem, wiena nageslacht uitstierf, zoodat de Spijkerbosch tegen het eind der eeuw weer aan de Krijten kwam. Nog in Decemb. vinden wij gewag van Margarite van Dorth wed. Krijt, vrouwe van Spijkerbosch, die tegelijk met Gijsbert Krijt haren zoon vermeld wordt. Euim dertig jaren later moet dit goed, zooals het archief der Koomsche kerk van Olst getuigt, in handen van nietkatholieken zijn overgegaan. Tegen het einde der eeuw kwam het door koop in het bezit van den heer Oorn. Herm. Swijghuyzen, in 1811 garde-d’honneur van den Franschen keizer; doch zijn tweede erfgenaam, de heer van Engelberg, verkocht het ten jare 1878 aan den heer Herman Schimmelpenninck te Deventer; deze heeft den Spijkerbosch in een waar lustoord herschapen.

Wanneer de Zoon Gods zijne Jongeren voorbereidde op de verdrukking, welke hun later wachtte, dan sprak hij: „Vervolgen ze u in deze stad, wijk dan naar een andere.” Onze vaderen moesten voor een paar eeuwen ook hun nut doen met deze les. Was het op de eene hoeve niet veilig, dan kwamen zij op een andere te samen om de H. Geheimen te vieren. Bleef de Spijkerbosch ontoegankelijk, dorst men de Hare, of Hoenlo niet naderen, dan lag daar noordelijk van laatsgemeld goed, op tien minuten afstand van het dorp Olst,nog de Boscamp , eveneens een adelijk huis, waar de katholieke bewoners hun machtigen steun gaarne aan hun zwakkere medebroeders boden.

Oudtijds droeg het den naam van Brikscamp, welke naam nog in de Brikskampsche dijkschouw behouden is gebleven; doch in 1455 toen Geert van Boekhorst