stuitte op de volstrekte weigering van den landdrost.

Henricns Joannes Schaepman, oudste zoon van Jan Everard en Janne Sophie Enxink, den 28®*®“ Mei 1714 te Zwolle geboren en door pastoor Ophuys aldaar gedoopt, den Decemb. 1738 door Zijne Hoogw. Carolus d’Espiuosa te Antwerpen tot priester gewijd, zong op 13 Febr. 1739 zijn eerste plechtige Mis in de kerk, waar hij gedoopt was, en bleef daar ook als kapellaan werkzaam tot den zomer van 1742. Toen als pastoor van Wijhe naar de Vos gezonden, verrichtte hij op Sint Jan daar zijn eersten heiligen dienst. Op 9 August. 1775 kwam hij er te sterven.

Joannes Meyer, geboortig van Zwolle, stond in Mei 1763 en vervolgens tot in Mei 1769 als kapellaau te Wijhe, daarna in de Steegjes-kerk zijner geboortestad. Van hier ging hij als pastoor naar de Vos, waar hij op 11 Septemb. 1775 zijn eersten doopeling aanteekent. Wegens aanhoudende ziekte verkreeg hij tegen het einde van 1789 zijn ontslag, sleet de laatste jaren van zijn verder leven in de stad zijner geboorte en kwam op 25 Januari 1824 daar „zeer godvruchtiglijk” te sterven. (De Katholijke, 1824, bl. 92 van het Mengelwerk.)

Hendrik van Born, op den Bern, aan de JNTienwe Wetering onder Liederholthuis geboren, deed zijn lagere studiën te Vreden, de boogere te Leuven, werd in 1777 tot priester gewijd, stond van 1779 tot ’B9 als pastoor op Schokland en vervolgens aan de Vos, waar hij den eersten doopeling inschrijft op 28 Decemb. 1789 en het laatste huwelijk boekt op 13 Mei 1799. Toen bevorderd naar de kerk onder den Bogen te Zwolle, bleef hij deze bedienen tot zijn dood, 10 Octob. 1809.

Herman Reinink, omstreeks 1750 te Reutum onder Ootmarsum geboren, voltrok eveneens te Leuven zijn