Knoppert toe Boscamp; testibus sororibus et caeteris.

Gelijk zijne voorgangers was pastoor Ekelhof op den Denekamp gevestigd en las daar door de week ook zijn H. Mis; evenals zij ging ook bij eiken Zon- en Feestdag naar den Boscamp of Spijkerbosch om beurtelings op een dezer buizen bet H. Offer op te dragen. Dit wisselen ecbter der beurt beeft opgebouden omstreeks bet einde der zestiger jaren. Een aanteekening van jonger band in bet archief der kerk van Gist zegt, dat bet in 1769 is geschied; wij vermoeden evenwel dat bet reeds een jaar vroeger beeft plaats gehad. Want eene buwelijksaanteekening op 28 Mei 1768 in bet trouwboek neergescbreven, eindigt met deze bemerking: „testibus in ecclesia;’ iets wat later gedurig wederkeert, doch voor de eerste maal op dien dag voorkomt. In al zijn vroegere jaren beeft pastoor Ekelhof deze uitdrukkig nimmer gebezigd. Moet hieruit niet worden afgeleid, dat de gemeente van Gist kort voor dien tijd baar vaste kerk beeft verkregen? Deze kan dan wel geen andere zijn de bouwbof binnen de grachten van den Boscamp, welke naar luid der berichten in meergemeld archief omstreeks dezen tijd tot kerk voor de gemeente werd ingericbt en tot bet jaar 1803 te dien einde dienst beeft gedaan.

Rusteloos vloden de jaren been, brachten den herder eerst zijn grijze baren en straks ook de gebreken van den ouderdom. Daarom werd de frisscbe kracht van een jeugdig priester hem te hulp gezonden. Als eersten kapelaan ontmoeten wij bier Gerardus Campman, geboortig van Vilsteren, die in 1793 bevorderd werd naar de pastorie van Vollenbove en in 1799 verplaatst werd naar Zwolle, waar bij op 3 November 1809 overleed. Straks kwam Matbias de Wit in Campmans

Archief XIX.

8