WINSCHOTEN.

Waar ia het zevende deel van dit Archief (hl. 46 vv.) uit Ledebur’s Fünf Munstersche Gaue ons een overzicht wordt gegeven van de kerspels in ons Noorden, die weleer deel uitmaakten van het bisdom Munster, daar wordt aan het slot (bl. 56) het vermoeden geuit, dat Winschoten, al komt het niet voor in de geschaarde rij, mede tot de proostdij van Farmsum behoorde en daarom weleer deel uitmaakte van het bisdom Munster. Wij erlangden blijk van het tegendeel, en geven dit hier te liever, omdat het over de kerkelijke geschiedenis van gemeld dorp ook nog verder licht verspreidt.

De zeereerw. B. A. Goldschmidt, deken en pastoor te Riemsloh in het Hannoversche, bekend door zijne geschiedkundige nasporingen, trof eene oorkonde aan', die afdoende bewijst, dat Winschoten oudtijds tot het bisdom van Osnabrugge heeft behoord. Zie hier afschrift van het stuk:

1579 , 2 Augusti. Provisie Vicariae in Wintscot, Johanni Christophori facta.

Nos Henricus, Dei gratia postulatus ad archi- et episcopatus Bremensem, Osnabrugensem et Paderhornensem, Saxoniae, Angariae et Westphaliae dux‘)

*) Hendrik van Saxen-Lauenburg, aartsbisschop van Bremen; en bisschep van Osnabrugge en Paderborn, was een sterk begunstiger van het Lutheranisme.