van Thomas en Stephania Berghs, en aldaar gedoopt op 20 Dec. 1665, deed hij de voorbereidende en de philosophische studiën bij de Jesuieten (te Emmerik?) en trad op 25-jarigen leeftijd den 29. Aug. 1693, te Eome, in de Propaganda. Bij de voltooijing der theologische studiën is hij hierin gedoctoreerd. Door den rector collegii staat van v. Lendt opgeteekend: dat hij was van gewone talenten, doch van gezonde redeneering.

Zeer kort na zijn’ wederkeeren in het vaderland, namelijk reeds in 1696, werd hij tot pastoor aangesteld van Horst en Eerbeek, Brummen enz. in de Veluwe; alwaar hij 7 jaren verbleef. Immers op 3 Jan. 1703 werd hij door den provicaris Theod. de Oock bevorderd tot pastoor te Arnhem (St. Jany en tevens tot aartspriester van Gelderland, in welke betrekkingen hij is gestorven den 12. Jan. 1717.

Oanbl. (Joannes)

Te Amsterdam geboren, verliet hij, na de Humaniora bestudeerd te hebben, zijne geboortestad en werd in de Propaganda ontvangen den 8. Aug. 1694. Priester gewijd op 19 Aug. 1703 en Doctor Theologiae geworden, verliet hij Rome den 1. Sept. 1703.

De provicaris Theod. de Cock nam hem den 17. Nov. 1703 onder zijne Holl. missionarissen op en benoemde hem straks tot kapellaan bij Stephanus van Lendt, toenmaligen pastoor etc. te Arnhem. Door den zooeven gen. provicaris 27 April 1705 gezonden als pastoor naar Blaricum, mocht hij aldaar slechts ruim 4 jaren verblijven; door het drijven toch zijner wederpartij, werd hij gebannen. In 1710 bevorderd tot pastoor der St. Cyriacus-statie te Hoorn, verbleef hij aldaar tot t 5 Jul. 1740.