O o P I E.

Die Gedeputeerden vande Staten slants van Utrecht, gehoert het aengeuen vanden oiEcier en gecommitteerden van Amersfoert hoe dat Sonnewdach lestlede» bynnen Amerfoert by die vande Roemsche religie seeckere ondaften tegens de predicant aldaer zyn gecommitteert, verstaen en ordonneren dat de scholt van Amersfoert tegens de delinquante voorde gerechte van Amersfoert als wesende een saecke die policie concernerende, sommierlicke sal procedere», en trecht vande heere beware?*. Gedaen tutrecht den 28=‘™ Meij, 1600, onder stondt, ter ordonnantie vande voorseide Gedeputeerde» in absentie van secretaris en was oiiderteeckent G. Terstege.

Gecollationeert jegens die principale, geteyckent als boue» en accordeert bij mij,

Litjinub Bottek.

haar knyen gevallen, ende hy heeft hun beyde de belofte van ons Oorden voorgehouden met veel goede strenge leeringen, vragende of sy die uyt liefde Gods, uyt liefde van S. Augustinus Oorden ende de liefde van onse Susteren begeerden aan te nemen, ons te dienen, ende eeuwelyk hy te blyven, soo hebben sy daarop geantwoordt jae. elks in ’t hysonder jae seggende met hulpe van Godt, maar sy hebben haar beloften met haar monden selfs niet gesproken voor ’tAutair. ende daar het H. Sacrament op ontfangen, soo wij gedaan hadden; want den tyt en eysschtent niet, maar sij hebben geconsenteert al dat haar de Priester voorgehouden heeft.

Dit gedaan zynde heeft Heer Damhert in ons Priors plaatse hun beyde de Benedictie gegeven, ende sy syn opgestaan sonder eenig habyt ontfangen te hebben, ende hebben alle de Susteren geluyt met te seggen Om pro me, ende wij hebben Godt de Heere gelooft ende gedankt met Te Deum laudanus te singen. Ende wij hebben van hun gehadt een heerlycke maaltyt. v. Bemm I, 289, 90, l. c.