Poptke parochiaan van Tersool. Sluiten de parochianen van Rauwerderhem die van Poppingawier en Tersool niet uit, dan evenmin, naar wij meenen, de cureit van Rauwerderhem die van de heide gemelde dorpen. Hierbij komt dat Irnsum, zooals wij boven zagen, in 1399 zijne eigen kerk had, wier vergevingsrecht de Hollandsche graaf tot zich wilde trekken; zij stond alzoo niet meer onder den pastoor van Rauwerd als zoodanig.

Van Beerauni en Sybranda-buren, de beide overige kerspels in Rauwerderhem, vinden we eerst bericht in latere jaren. Hoogst waarschijnlijk zijn deze, zoowel als hare drie vorengemelde zusters, dochters van Sint Laurens te Rauwerd, die aanvankelijk over heel de aanslikkende grietenij zijn beschermende hand zal hebben uitgestrekt. De uitdrukking „curatus in Rauwerderhem” zal daarom een verdwaalde naklank zijn uit vroeger tijden.

Wat het kerspel Irnsum betreft, waarmede wij ons hier bijzonder moeten bezig houden, dit schijnt eene stichting te zijn van een der Friesche edellieden. Elke stand heeft zijn bijzondere voorliefde ook in betrekking tot de hemelbewoners. Voelde de geestelijkheid zich bijzonder aangetrokken door een H. Martinus, de burgerstand door Sint Nicolaas, de lievelingen van den adel waren Sint Joris, Sint Pancraas, Sint Victor, Sint Maurits. Hun werden veelal de slotkapellen der havezathen of staten gewijd, onder hunne hoede ook de kerken gesteld die door den adel werden gesticht. Als wij nu straks doen zien dat de H. Mauritius de beschermheilige is der oude kerk van Irnsum, dan heeft de adel, zoolang geen bewijs van het tegendeel opdaagt, de meeste aanspraak, om de stichting voor zich op