plekje aan zijne voeten kwamen neerknielen, in schuur of achterhuis, zoo goed en sierlijk als dit kon, een noodaltaar opgeslagen, waaraan de herder straks het brood des levens voor zijnekudde brak en het H. Oflfer in stilte opdroeg. Vergaderde de gemeente in Tersool, dan kwam de kelk op het altaar, die thans in hostiebeker veranderd te Irnsum nog dienst doet en op zijn voet dit inschrift draagt: „Teecke Johannes ende Lisbeth „Heerdts hebben duesen kelck aan de Roomse Katolieke „gemeente van Tersool gegeven, den 1 Desember 1657”.

Zag Douma-stins onder Poppingawier, waar de Katholiek gebleven Albada’s gevestigd waren, de gemeente samenkomen, dan verscheen daar op het altaar een prachtige kelk van verguld zilver, in renaissance-stijl bewerkt, onder in den voet het wapen der Albada’s dragend met het volgend omschrift: „Vetustum familiae „Albada monimentum, altari S. Oatharinae olim, post „B. M. Virginis sacrum. Restauratum a Pibone Philippo „ab Albada a® 1627” ‘) Mochten op Harstra-state onder Rauwerd, waar zoo als het schijnt de machtige beschermvrouwe woonde, de Katholieken nu en dan vergaderen, dan zal daar in de groeten zaal, gelijk op Hoitema-state onder Tjerkwerd placht te geschieden, het zorgvuldig

') Loopt uw weg ooit over Irnsum, verzuim dan niet daar oogenschouw te nemen van dit eerbiedwaardig stuk, ’t geen omstreeks het midden der vorige eeuw door een ibejaurde mevrouw Albadai), op Oenema-stins onder Terkaple woonachtig, aan de Roomsche kerk werd vereerd, ’t Is een rijzig werk, kunstig gedreven, schoon van verhouding. De voet trekt de aandacht door vier keurige tafereeltjes: vóór het laatste avondmaal, achter de kruisiging, rechts van u Sint Katrijne, links O. L. Vrouw.— t Doet mij leed, dat ik den naam der edele schenkster niet voluit kan geven. Haar schat, die voor kunst en geschiedenis zooveel waarde bezit, geeft haar aanspraak op ons aller hulde.