met den naam Dorestadum niet ons Duurstede, maar een plaats in de omstreken van Hamburg bedoeld wordt. Wij willen dit niet verder onderzoeken. Zeker is het dat de Noormannen, na hunne „draken” aan den oever bij Duurstede bevestigd te hebben, alles verwoestten en vernielden wat tegen de vlammen bestand was; dat zij, een groeten buit en drommen van krijgsgevangenen met zich medevoerend, niets dan puinhoopen en ellende achterlieten.

Niet vele jaren daarna, in het jaar 857 , kwamen de Noormannen, na de Betuwe te hebben afgeloopen, naar Utrecht. De gunstige ligging en de sterke muren hadden langen tijd met hunne herhaalde aanvallen den spot gedreven Hierdoor nog woedender geworden waagden zij een strijd op leven en dood tegen de stad en haren sterken burcht. Deze bleek, ondanks eene moedige en hardnekkige verdediging, niet bestand te zijn tegen de stormtuigen, die de muren onophoudelijk beukten en de burgers met steenen en schichten bestookten. Stad en sterkte werden stormenderhand ingenomen en verschrikkelijk was het lot der ongelukkige bevolking. Velen sneuvelden door het zwaard. Anderen dwaalden her- en derwaarts rond, zonder huisvesting, zonder voedsel en voldoende kleeding.

*) Het is duidelijk, dat de biographie dezen inval bedoelt, omdat iu genoemd jaar de stad Utrecht, na reeds dikwerf bedreigd te zijn, werd ingenomen en verwoest. (Arend t. a. p. deel I. bl. 407).

‘) De oude berichten van muren, torens, poorten, kerken, huizen (domus), gebouwen (aedificia) en woningen (casae) bevestigen het gevoelen, dat Utrecht eene aanzienlijke plaats was, en geven hiermede de reden op, waarom Utrecht zooveel later dan vele andere steden door de Noormannen bemachtigd werd. Asch V. Wijk t. a. p. passim; Arend I. bl. 439.