NEERKASSEL’S BESTUUR

tijdens de Fransche overheerscliing (1672—1673),

In het achttiende deel van ons Archief plaatste ik een elftal Missie-verslagen, welke Neerkassei van 1662 tot 1676 te Eome indiende. Al is deze reeks ofEciëele bescheiden in haar soort volledig te noemen, toch zal den aandachtigen lezer een zekere leemte niet ontgaan zijn: immers zij deelen volstrekt niets mede over een hoogst merkwaardige episode onzer kerkelijke geschiedenis, over den tijd der Fransche overheersching, toen de Hollandsche Missie zich opeens uit de schemering van langdurige verdrukking in het volle daglicht der vrijheid zag overgeplaatst. De navolgende stukken vullen die leemte zooveel mogelijk aan. De meeste zijn van Neerkassel’s eigen hand en alle zonder uitzondering heb ik opgediept in het onuitputtelijk archief der Propaganda.

Vooraf een enkel woord, om den lezer eenigszins te oriënteeren.

Het jaar 1672 scheen de doodsklok te luiden over de machtige republiek der Vereenigde Provinciën. Frankrijk, Engeland, Zweden, de keurvorst van Keulen en de bisschep van Munster hadden haar eenparig den oorlog verklaard en de verpletterende overmacht