dat sij sulx afstellen, denselven heren Henrick in sijnre kercke laten berusten ende mij in mijnre giften ende collatien, ende den voirseiden Capittel in haren rechten ende oude privilegiën niet en hecorten ofte beschedigen , opdat mij geen noet en sij mit rade ende hulpe dess Capittels voirs. mijnre domproistijen ghiften, collatien ende rechten, als ik scerpste can, tegens beminden voir te stain ende te beschermen mitten geestelicken rechten ende anders als dat hehoirlick wezen sal; ’t welck om Uwer Genaden wil (wij) liever anders behuedt sagen in den besten. Wessen Uwe Genaden hierinne sollen willen doin, dairaff begeeie ick bescreven antworde the hebben , dairna ick mij sol weten the richten, van derselver Uwe Genade, die Gott almachtich altijt bewaeren will vrolich ende gesont.

Gescreven t’Utrecht op ten ... Augnsti anno 1466. (get.) Ghijsbrbcht van Beederooen,

Doimproist t’Utrecht ende Proist der kercke van S‘® Servaes tot Maastricht etc.

D. 6. A. bl. 23.

Johan Militis proost te Arnhem en Otto van Tie], beide domheeren te Utrecht, in afwezigheid van den Domproost aldaar belast met het beheer der goederen van diens proostdij, geven aan denzelfden Hertog van Cleef te kennen, dat men het innen van ’s proosten schepeltiend in de Lieraers, bijzonder in ’t kerspel van Wehl verhinderde. Zij verzoeken den Hertog, dat hij zijnen ambtman in de Liemers hierover onderhoude. 13 Novemb. 1475.

noechgeboeren, Mogende Furst, Genadige Lieve Here.

Wij hebben verstain van denghenen, die onss liefi’s heren ’s Doimproistea guede van Utrecht, in Uwer genaden lande gelegen, the manen ende op the hueren plecht, dat hem crot ende hynder van Uwer Genaden