I.

De H. Radboud ’) werd omstreeks het jaar 850 uit zeer brave ouders geboren. Van vaderszijde beboerend tot een edel Frankisch ras, telde hij onder de voorvaderen zijner moeder den Frieschen koning Radboud. In welken graad van bloedverwantschap hij met den beroemden vorst verbonden was, kan niet als zeker worden vastgesteld; Rosweydus *) verhaalt, dat ’sHeiligen moeder achterkleindochter geweest is van koning Radboud. Wat daarvan zij, zeker ontving de Heilige als erfstuk van zijn koninklijken voorzaat een naam, die waarschijnlijk „bode van goeden raad” beteekent en zeer schoon paste bij zijn verheven roeping vaii heraut der blijde boodschap. Omtrent de overige bloedver-

') De Vita Radhodi werd voor de eerste maal uitgegeven door Surius ad diem 29 Nov. p. 651 ss. Volgens Mabillon had hij beter gedaan ons den oorspronkelijken stijl der Vita te geven, omdat men daarvan zonder feilen en verlies van bet volle gezag niet kan afwijken. Beter is zij te vinden bij Mabillon, ActaSS. ord. St. Bened. saec. V. p. 28 ss; en in Migne P. L. Tom. 132, col. 538 SS. De schrijver is niet bekend, maar was iemand, die zaakrijk schreef. Hij ontving de stof der levensbeschrijving van Radboud’s vrienden, met wie bij zelf in aanraking kwam, daar bij zegt; «Pauca commemorabimus accepta ab illis, qui rebus gestis interfuere, ut facilius lector fidem nobis exhibeat,» Cf. Migne, 1. c. Vita n. 5 en n. 10. Uit de bekendheid des schrijvers met vele belangrijke bijzonderheden en zijn omgang met Radboud’s vrienden blijkt, dat zij waarschijnlijk in ons land en nog vóór het midden der tiende eeuw werd opgesteld.

2) Beka, Chronicon, p. 32; Heda, Historia Episcop. Ultraject. p. 71; Moll, Kerkgeschied. van Nederl. vóór de Hervorming, 1. bl. 265. Migne, Tom. 132 col. 539: «Beatus Radbodus, e nobili Francorum genere prognatus, parentes Ghristianissimos habuit.»

Generale Leg. der Heyligen, 11. bl. 585.