want gij zijt door God met gunsten overladen; gij ziet bier uwe kinderen en kleinkinderen vereenigd, in u is het woord der H. Schrift vervuld: gij zult de kinderen zien uwer kinderen? En de H. Mathilde dankte wederom haren God en Heer”

Allerwaarschijnlijkst was ook de H. Ansfried, de innige vriend van keizer Otto en aartsbisschop Bruno, bij dit liefelijk tafereel tegenwoordig. Zeker is het, dat hij de vertrouwde gunsteling bleef der keizers van het Saksische huis, zoolang hij leefde. „Zijne bezittingen, zegt Moll, werden door vorstelijke giften steeds uitgebreid, en na eenige jaren was hij een der machtigste edelen zijns tijds, die in Gelderland, Brabant en aan de Maas boven Luik, uitgestrekte graafschappen bezat”

11.

Omtrent de lange reeks van jaren (966—995), die verliep tusschen Ansfrieds terugkeer uit Italië en zijn verheffing op den stoel van Utrecht, zijn de berichten der oude schrijvers uiterst schaarsch. Thietmar gaat terstond over tot de stichting der abdij van Thorn en zegt: „Van Rome weergekeerd stichtte Ansfried (992) uit zijne erfgoederen een abdij te Thorn, waarin hij

') Vita St. Mathildae Reginae, cap. 21, Pertz, IV, p. 297; Migne P L. Tom. 135, col. 912—913.

Kalender voor de Prot. in Nederland, t. a. p. bl. 36.

Chronicon, Pertz 111, 777; Migne, Tom. 139, col. 1259 1260; «Inde vero reversus Abbatiam, quae dicitur Torna, de hereditate propria consiruxit, in qua flliam suam abbatissam, plurimarum Deo devotarum sanctimonialium matrem, assensu pontificis constituit, sanctoque Lantperto pro remedio animae suae ex integro tradidit.»

Archief XXI.

22