derselver vicarien, nae inhalt ende vermogen derselver fundatiën, bij eedes plicht persoenlijcken aldaer to resideren schn(ldich en)de gehalden sijn, alioquin non facient fructus suarum vicariarum. ’t Is nu soe, dat tegenwoerdelick dieselve vicarissen aldaer oere beboerlicke woninghe niet en sijn baldende, waerdurch dat den dienst Goidts, die sij to doen sijn verbonden, verslappet ende to ruggbe gestelt, ende daer beneffens die armen niet gealimenteert offe gespisiget kunnen worden; worden oick mede (;durcb oere absentie:) oere huysseren verdorven ende to gronde verdestrueert, streckende id selve tot grooten nadeil ende merckelicken schaden oirer nakomelingben ende verkortingh der armen ende scbamelen wicbteren. TJnd opdat dan bij U mijn Ed. Heeren hierinne gebuerlicker wijsse moegbe worden versien, die wijle dit een saecke is den dienst Qoedts betreffende etc.; Soe ia der voers. supplianten zeer dienstelicken bidden ende begeren, dat id mijn Ed, Heeren in statt ende van wegen Con. Maj*® believen will, desen supplianten zekere opene brieven van placet te verleenen, om alle die renten ende opcomsten in den wibbolde van Grollo ende sunst in andere Sijner Maj*® landen gelegen, die tot alsullicke vicarien sijn geboerende op to moegen beffen ende ontfangen bis ter tyt ende wijlen toe, sij binnen derselver stadt, tot bedienongb oirer vicarien persoenlicken comen resideren; ten eynde dieselve penningben tot restauration der ornamenten, monstrantiën ende kelcken ende cboerboecken (:waervan sy durcb dese troebel bij den gewesenen Grave van den Bergbe gantz beroofft ende gespoliert sijn:) ') moegen gelacbt ende ge-

') Omstreeks den aanvang van Juni 1572. Mattliijs v. Duysborg, in zijnen tijd „coster to Doetinchem”, heeft in zijne kronijk