60

Ludovicus Adolphus Aleman wordt als Roomsch Priester te Groenlo geadmitteerd.

liunae den 10 Decemb. 1742.

Coram de Heeren Praes., Arnold Henr. Bom Derck Hummelinck en Daniël ten Oate J.Ü.DR

Binnen gestaan sijnde Hermen Otto van Munster, Booms Priester, heeft aan Haar Weled. en Achtb. gepresenteert een Lodovicus Adolphus Aleman, wereltlijcken Priester, met versoeck, dat Haer Weled. en Achtbare denselven gelieven, ingevolge Landsplacaat, te conniveeren en in eedt te neemen, om hem in sijnen dienst te assisteeren.

Waarover gedelibereert sijnde, hebben Haer Weled. en Achtbare het versoeck van Herman Otto van Munster uyt kragt van resolutie van den 31 Aug. 1740 geaccordeert, voorts Lodovicus Adolphus Aleman bij provisie geconniveert, die dan naar voorgaende verleesinge van ’s Landsplacaat op siju Priesterlijcke woord bij handstastinge in eedes plaetse heeft angenornen en aanbelooft om hetselve stiptelijck te sullen agtervolgen en naeleeven. Desuper stipulatus est; overgevende ten dien fine twee documenten, de welche alhier ten prothocolle of memorieboek tot narigt sullen worden geprothocolleert ende geregistreert.

Borgem*' Derck Humnlelinck protesteert hier tegens, beroepende sig op een complete vergaederinge; waerop Sijn eled. voor als nog insteert, ten fine van alles nader alsdan te examineeren. De Burgem’’® Bom en ten Cate laeten dit protest van de Heer Hummelinck op sijn waarde en onwaarde berusten en in val