N“. 14.

huis, Ruremunda genoemd, met twee aangrenzende huisjes en toebehooren, gelegen in de Sint-Maximinusstraat te Keulen, bij een vroeger, doch thans vernietigd contract aan de rectoren van het altaar der Zestien-Ileiligen aldaar in erfpacht gegeven, loordt door Dirk Spuelre van Goch, kanunnik van Mariënweerd en pastoor te Schiedam, gekocht van het Cistercienser klooster van O. L. Vrouw, {vermoedelijk Nijklooster of ’e Gravendaal bij GocJi) in de diocees van Luik; een en ander met goedvinden van den Cistercienser abt van Camp ').

25 Juli 1436.

[Nos Maria] de Driell, divina pemilssiowe abbatissa, Nesa de Mersen, priorissa, Qoetsta dicta offia de Goch, custos sive sacnsta, Aleydis de Bomell suppriorissa, totusqae comeuius moMasterii [beate Majrie Virgms, Ord««is u. e. s. p. V. 8. a., publice protestanrfo, (\uod nos cap«- per pulsum cawpane more solito in domo propter infrascripta specialiter oongregaie, tractatibwe et deliberationibwe maturis premissie ac utilitate [et necessjitate nosiri mowasterii diligewter perpensatie, reperimwe et didicim?<s domuM noeiraw cum duabwe demuMulie [contjiguis, vulgariter dicta»» Eure-

1) Abdij in den Kreiz Meurs. Dat ’s Gravendaal aan Camp onderhoorig was, kan men zien bij De Winter Die Cistercienser des Nordöstlichen Deutschlands 111, s. 228. Zie voorts Binterim und Moeren Erzdiöz. Köln, 1, s. 233. Vgl. Schutjes Gesch. Bisd. ’s Bosch, V, blz. 265.