Dominus, M. Michael en Jansonius Janszoon, dat de vader van Michiel van Ysselt Johannes heette en dat Michiel van Ysselt te Dokkum in Friesland gewoond heeft, ja zelfs volgens sommigen aldaar geboren is, dan zouden zij zeker niet die vergissing begaan hebben want dan ware het hun duidelijk geweest, dat Michiel van Ysselt de schrijver van dit werk was, te meer daar hij in de opdracht van het 3® deel daarvan, waarin hij erkent ook de beide eerste deelen geschreven te hebben, een oogenblik zijn pseudoniem laat varen en zich noemt Mich. I. ab I.

Uitnemend is dit alles uiteengezet door Mr. W. F. de Jonge in de Bijdragen voor Vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde 1894 blz. 71 en vlgd., naar welke verhandeling wij dan ook verwijzen voor het geval ons betoog niet afdoende genoeg mocht zijn.

Na doode van Michiel van Ysselt werd zijn Mercurius tot 1658 nog door verschillende schrijvers voortgezet, zooals in voormelde bijdrage van M'’. de Jonge uitvoerig vermeld staat.

Ook schreef Michiel van Ysselt eene Kronijk, waarvan de vertaling luidt: Kurtze Cronick oder Historische beschreijbung der Furnembsten hendel, so sich beyde in Religions und weltlichen sachen, fast durch die gantze Welt zugetragen haben, im Jar 1585 vom Augstmonat an bisz auff den September anno 1586 durch Michael von Isselt in Latinischer Sprach kurtzlich derfast und beschrieben (Keulen 1587). Mogelijk is het, dat die Kronijk is eene vertaling van het supplement, dat Michiel van Ysselt op de geschiedkundige commentaren van Surius, schreef, een werk, dat wij tot nu toe niet onder de oogen hebben kunnen krijgen.

Ten laatste schreef hij de Historia sui temporis,