HET GILDE DER ZANGERS

in de Lieve Trouwen-kapel te Zwolle.

’t Is bekend dat Mr Jan Gele, het vermaarde hoofd en de bron van den roem der Zwolsche scholen, tevens een geoefend toonkunstenaar was, en door Joannesßusch ons wordt geteekend als „Cantus ecclesiastici bonus reformator”.

Zijn zegenvolle werkkring valt in de dagen, toen Gerrit van Spoelde bij uitersten wil van 16 Augustus 1393 den grondslag legde voor de Lieve Vrouwenkapel, de huidige Kruiskerk te Zwolle. Eene eeuw van ontwikkeling had Spoeldes stichting tot hoogen bloei opgevoerd. In diezelfde eeuw had oo,k de kerkelijke zang in de Nederlanden een wondervolle vlucht genomen. Ten bewijze volsta hetgeen Arnold Heymericx, de kapitteldeken van Kanten, aan den Domdeken van Utrecht schreef, nadat hij bisschep David van Boergondie in zijn paleis te Duurstede bezocht en van nabij alles had gadegeslagen: Viginti circiter sacerdotes et clericos, quos cantores vocant, arte musica toto orbe memorabiles, singulis diebus singulas septem horas in capella pontificali angelica jubilatione concinere audivimus. Erat autem per id tempus Apostolicus Legatus penes Antistitem, mihi baud ignotus, qui de ea capella mecum sentiens, eam cantu, cerimoniis ac ornatu Cesaream excellere persancte afßrmavit; immo vix Papalem tam sonoram atque (h)armonicam esse addidit.

Ook in Zwolle had de kerkelijke zang zijn ouden roem blijkbaar gehandhaafd. Dit toont de volgende acte, waarin op aandrang van Geert (Geert) Claesen, die den stoot had gegeven, het koor der Lieve Vrouwen-kapel zich vormt tot een gilde, eene broederschap van zangers, ten einde