Gorcum, en ook Adrianus zelf naelding maken. Adrianus overleed (volgens Oraywinckel den 2 Dec. 1587) in de abdij van Sint-Michiel te Antwerpen, en wèl als prior dier abdij. Dit blijkt niet alleen uit Oraywinckers Legende (ad 2 Decembr.), maar ook uit eene naamlijst van kanunniken van St.-Michiel, door den abt Dionisius Feyten in 1603 geschreven en thans berustend in de abdij van Park. Daar vindt men hem onder de „extranei” aldus vermeld: „Adrianus Estius ex Marien weert; obiit hic prior.” Schoon wij het niet strikt kunnen bewijzen, achten wij het toch genoegzaam zeker, dat Adrianus Estius in den zomer van 1577 (vgl. den brief van dat jaar, beneden n“ 93) eerst te St.-Michiel is opgenomen, doch reeds in November van dat jaar, namelijk na de plundering dier abdij, zich naar Park zal hebben begeven. Daar was hij nog in 1585, als blijkt uit het archief van Park. De andere „extranei” door den abt van St.-Michiel in voormelde lijst vermeld, waren van de abdij van Middelburg en worden beneden in de alphabetische naamlijst medegedeeld.

Dat Adrianus door meer dan gewone deugd en een heilig leven heeft uitgemunt, blijkt uit de schrijvers der orde. Vgl. ook De Katholiek, LXXXVII, blz. 58—59.