van de „Hollandsche zending” in 1758, maar ook in dat over de jaren 1763 tot 1775 als een „statio bona” vermeld staat. Berst in lateren tijd is het door verschillende oorzaken, zooals door vervening der landerijen en door uitsterving en vertrek van de gegoede familie’s,, langzamerhand meer en meer tot verval gekomen, zoodat er thans maar zeer weinig welvaart meer heerscht.

Oorspronkelijk omvatte dit kerspel: 1" de geheele burgerlijke gemeente van Ankeveen; een groot gedeelte van de gemeente Weeapercarspel, wat vanouds vooral onder den naam van „Hollandsch Ankeveen” bekend staat; 3° de geheele burgerlijke gemeente van ’sGraveland; 4« de burgerlijke gemeenten van Nederhorst-den Berg en Nichtevecht met onderboorigheden en 5° het noordelijk gedeelte van Kortenhoef, dat voor het zuidelijk gedeelte onder Loenersloot parochieerde. In den loop der jaren evenwel is dit uitgestrekte geestelijk gebied van Ankeveen’s kerspel aanmerkelijk besnoeid geworden, zoodat het thans tot het sub n° 1 en 2 genoemde met een klein gedeelte van ’s Graveland, het zoogenaamde „Noordereind”, beperkt is. In 1810 immers werden Kortenhoef en in 1811 ‘) Nederhorst-den Berg met Nichtevecht en verdere onderhoorigheden van dit kerspel gescheiden en tot zelfstandige staties verheven. Ook in 1855, weinige maanden, voordat de „statie” Ankeveen tot parochie werd ver-

n Volgens Kerkel. Nederland (Jaargang 1853) zou dit geschied zijn in 1812, wat evenwel niet juist is. Immers den tember 1811 werd door den eersten Pastoor van Nederhorst-den Berg J. F. C. Smits, het nederige kerkgebouw ingezegend en onder den titel van Maria Hemelvaart aan den Allerhoogste

Archiei' XXIV.

18