in rust ongemolesteert late wesen, sonder eenige rekeninge ofte anderen te vorderen, verhopende dat alles ten beste zall comen, zoe wanneer Z. Exc. eenige committaiden (sic) derwerts gezonden zall. Hadden ü L. dese saecke laten affdoen met den eersten, als U L. dye zijn aengedyent geweest, men hadde veel swaricheden voorgecomen, dye u ende anderen nu zijn gemoetende. Wat ick vermach, zall ick gheerne benaarstigen. Den 15®“ deses mene ick van byer te reysen strax na Z. Exc., dye mij oick ontboden heeft daer te comen.

Mits welcken, Eerweerdige, zeer discrete beren enz. desen 12 Nov. 1581, Glundert in de Nyervaert.

U L. guedtwilligen Basius.

Naar het oorspr.

N». 147.

Be rentmeester van M., Peter van aan zijn broeder, den coadjutor, over „de zake", na met Br. Basius gesproken te hebben.

Zwijndrecht, iS November 158 i.

Gunstige, lieve broeder. Gommende S‘ Martensavont goet tijt tot Dort, heb ick Jan van Bicbtens buysfrouwe aengesproken, und Jan van Bicbten was sManendaecbs to voeren eerst nae Antwerpen gereyst, und badde goede moet dat de zake voertgaen solde. Gommende op de Gluynder, is Basius eerst sanderen daecbs gecommen, und heb hem mijn verschrijving vertoent, daerop bij weder aen den canzelaer scrijft, und twijffelt nyt, allen zaken zullen in stilstant blijven