ken versoeck enz. gecon(seu)teert ende geaccordeert kebbe, voer soa veel in mij is, int gbeene mijn heeren die prelaet ende coadjutor vs. myt tmeestendeel van den religieiisen alrede gecontracteert hebben oft noch contracteren sullen tot conservatie van onsser abdijen guederen. Gelovende tselve op mijne beloeffde obediëntie alsoe nae te gaen. Des toirconden enz., den 12®" dacb Dec. 1581.

Floris van Gattenborch, pastoor tot Mill.

Naar liet oorspr.

151.

Ferscheidene brieven van Br. Bashis, meestal gericht aan den coadjutor van Mariënweerd.

Delft, 22 Januari i 582.

Eerweerdige, voorsienige here. Brenger deses is buyden bij mij gecomen, mi zeggende dat hij den os op Delftshaven gebracht hadde, dye(n) Boom gemest heeft ende U L. met d’andere heren mij belooft beeft te seynden; daervoor ick U L. nyet dan als te hoochgelycken aff en can bedancken. Ick twivele nyet oft U L. ende d’andere heren zullen bevinden, dat ick den Marienweerdtse saecken tot beuren vorndell na mijn vermogen zoe gedencken ende drijven zall, dat sij ende een ygelijck mijner des zall guede contentement hebben. Mits welcken, eerweerdige, voorsienige here, ick mij tot u recommandere, bevelende U L. den Almogende. Desen 22 Jan. 1582, Delft.

U L. zeer guedtwilligen

Basius.

Al deze brieven van Basius, uitgenomen die van 5 Juli ’B2, zijn oorspronkelijk.