aen uyet geraden bevindet, in sulcken voughen de administratie te houden.

Soe de meeste cv*™ noch bij den anderen tot Culenborch bij den coadjutor (sijn), oft hij remonstrant dezelve bijeen sal houden, dan van den anderen laten scheyden, een yder op sijn alimentatie, na vermogen van den gueden ende ontfangh, die sal moghen wesen, ende oft hij de betalunghe een yder persoon sal doen, of de coadjutor, die voor alles is sorghende.

Bij den laetsten abt sijn veel schulden gemaeckt, duechdelijcken ende onduechdelijcken, dewelcke crediteuren de guederen opwinnen om een ey ende appel; dat S. Bxc. believe ymanden benevens den coadjutor te committeren, om met de crediteuren te handelen, op daglien ende termijnen, ten eynde een yder contentement hebbe, ende de guederen nyet geheel te gronde geraecken, als anders gescapen is te comen.

Soe bij S. Exc. ende oyck bij dyen van Gelderlandt beveel is gedaen geweest aen alle amptlieden ende schepens van den bancquen, daaronder de guederen van M. sijn gelegen, ten eynde sij nyemants, uuyt cracht van eenighe schulden, executien ofte verwin souden toestaen, daertegens nochtans gedaen wordt ende meer gedaen sonde worden, het en ware bij hem remonstrant tselve met der daet uuyt S. Exc. name nyet belet en worde, soe de gronden ende erven omloopende, soe onduechdelijcke als duechdelijcke schulden verwonnen worden tegen alle recht ende billicheyt; oft hij remonstrant hem tegens alzulcx nyet sal opposeren, waartoe de remonstrant versoect brieven aen den amptlieden van Bommel ende Beest, oyck aen den drossardt van Bueren, dat sulcx S. Exc. beliefte sij.