Om den crediteuren contentement te moghen doen, sonde goedt sijn, te moghen met octroy vercopen ofte in betalunghe geven eenighe des convents landen, over de Linghen gelegen. Versoect daerom de remonstrant behoorlijcke brieven van octroy hyertoe bij S. Exc. hem vergunt te zullen moghen wordden, soe S. Exc. nyet goedt vinden mochte, brieven van respyt tegens den crediteuren voor een jaar vijff ofte zes te vergunnen.

Soe jhr. Gielis Pyeck hem borghe eertijts heeft gestelt voor die van den cv., om van den Paus approbatie te hebben van een renthe, bij den convente vercoft, soe heeft hij daervooren aen hem genomen, in den polder ven M., het incomen van 900 gl. jaerlich, sonder dat hij oyt yet gegeven, gedaen oft betaelt heeft voor het cv., ende de landen, die hij aengenomen heeft tot zeer cleynen pryse, sijn verhuyrt, daervan de verhuyringhe nu uuyt is gaeiide, ende de VS. Pyeck deselve tot cleyne pryse sal uuytgheven, mits daervan vooruuyt genietende; ende soe hij alle dese penninghen ende guederen alsoe sonder recht ende reden is onderhoudende, oft S. Exc. nyet en belieft, dat hij remonstrant dese guederen voortsaen aenvaerde ende dye verhuyre, ende den vs. Pyeck de penninghen daervan gecomen eyssche, als na recht behoorlycken, mits hem offererende te vrijen van sijn borchtochte van der Paus indultum ofte approbatie.

Die van M. hebben in veel plaetsen van Hollandt jura patronatus, soe van proosdijen als pastorijen ende beneficiƫn, dewelcke eenighe henlieden gheerne ontbruyckych souden maken, als tot Harlem, Conincxvelt, Schiedam, Gravesande, Pijnacker ende elders5 soe versoeckt hij remonstrant, dat S. Exc,, om dese gerechticheyt te bewaren voor hem ende sijne nacome-