des jaars 1880, werd er weldra de stichter der prachtige nieuwe kerk, waarin zijn naam door de eeuwen blijft leven. Sinds 1880 was hij lid der broederschap en na doode des heeren van Bijlevelt werd de voogdij ervan hem toevertrouwd. Hem zij dit ambt ten genoegen en der broederschap ten heil.

We sluiten met de namen der leden, in het laatste vierdel eeuws op de rolle der broederschap gebracht:

M‘' A. M. O, H. Koek 1871, G. H. Lensinck 1874, D'' 0. A. N. van Komondt 1878, T. de Klaver 1880, Jhr J. W. M. Bosch 1884, C. L. Zellerhoff 1885, Joh. van Wijk 1885, Corn. Buis 1886, Willem van Riet 1886, Gerrit van der Meer 1886, Jan Vermeulen 1888, Johannes Vulto 1891.

Groeie en bloeie de aloude broederschap door het onverwelkbaar leven der liefde, dat, uitgegaan van Jesus H. Hart, de echte vriendschap kweekt en over de armen zich ontfermt.

J. H. Hofman.

Archief XXV.

.18