De Hoogeerw. NICOLAAS GOMES.

Uit den naam, oorspronkelijk wel Gomez, zooals wijlen A. M. v. Lommel dan ook zou men willen afleiden, dat de Aartspriester, in het hoofd hier genoemd, eene spruit was uit Spaanschen tronk; hij werd echter te Amsterdam geboren en wel omstreeks den aan vang der 18® eeuw. Van zijne jeugd en opleiding hebben we heel niets mogen vinden. In den zomer van 1726 was hij nog geen priester, behoorde althans nog niet tot de zoogenaamde Hollandsche Zending; want op de lijst harer priesterschap, in Juni 1726 door Zijne Hoogw. den Apostolischen vicaris Joannes van Bijlevelt opgemaakt, wordt zijn naam niet vermeld (Archief, X hl. 12—38). Vermoedelijk evenwel is Nic. Gomes nog tot priester gewijd in de tweede helft van even vermeld jaar; want reeds in 1728 ontving hij den herderstaf en wel over eene kudde, bij wie een kersversch nieuweling niet op zijne plaats kon zijn.

Sedert eene eeuw ongeveer hadden de vaders Predikheeren te Haarlem eene dubbele standplaats, van welke de eene, staande onder de hoede van Sint Thomas, haar vasten zetel verkreeg op den hoek van het Ossenhoofdsteegje bij de brouwerij den Olyphant. Daar was

Haarlems Bijdragen, XVII bl. 204.