nakel en eenig nieuw lijnwaad voor het altaar en hierop volgde de plechtige dienst.

»Met hunne tegenwoordigheid vereerden dan deze plechtigheid de volgende heeren:

»Joannes Vitus Meyer, Rev. Pastor in het steegje te Zwolle; Hermanus Reinink, Rev. Pastor te Wijhe; Adam Kuipers, Rev. Pastor te Heyno; Joannes Wernerus Antonius Muller, Rev. Pastor te Deventer; Joannes Henricus Muller, Rev, Pastoor te Steenwijkerwolde; Joannes Henricus Dijkhuizen, Rev. Pastor te Olst; Joannes Jasper, Rev. Pastor te Zwolle; Hubertus Poelman, Rev. Pastor te Dalfsen (Hoonhorst); Antonius Elling, Rev. Pastor te Cuinre; Martinus Schriver, Rev. Pastor te Vollenhove; Andreas van de Vondervoort, Rev. Pastor te Colmschate; Bernardus Herfkens, Rev. Pastor op het eiland Schokland; Wernerus Tellegen, Kapelaan bij den WelEerw. heer Lambertus Nieuwenhuis, Rev. Pastor in de Koestraat te Zwolle; Ambrosius Willebrordus van Delden, een Kampenaar, Kapelaan bij den WelEerw. heer Meyer te Zwolle.

»Uit deze heeren wierden de volgenden in bediening gesteld: De WelEerw. heer Muller van Steenwijkerwold deed den Hoogen Dienst, wierd daarin gediend door den Pastoor van Cuinre als Index, van Vollenhove als Diaken, van Colmschate als Onder-diaken; terwijl de Eerw. pater van Gemert als Turiferarius ageerde nam ik de bediening van Ceremoniemeester waar. De Pastoor Herfkens en de Kapelaan Tellegen droegen de waskaarsen.

»De hooge plechtigheid nam daarop haren aan vang-, nadat de benedictie was gegeven, door den lofzang » Veni Creator,” die beurteling door de heeren Gees-