Item een swart damasten cleet, dat totter oratorie behoort, mit blauw lynnen doeck gevoert.

Item noch een damasten cleet, dat boven den autair gespannen is, ende een tapyrs voetcleet.

Ryksarchief B. A. 84 f. —52.

Gelijktijdig afschrift.

Vgl. »Het archief der bisschoppen van Utrecht” door Mr. S. Muller Fz. (1892) blz. 26.

XV.

/j6’o. Maart /y.

Inventaris der kerkmeuhelen van Oudvnmister. i)

(Raadsbesluit van 16 Maart i^So.)

Up huyden is geresolveert, dat men eenige vuyt den raede committeren sal omme te gaen an de vijff collegien, abbdijen ende conventen deser stadt ende dzelve te ordonneren, geen alienatie van eenige coperwerck, silverwerck, ijserwerck ofte eenige andere kerckegoederen te doen, tot dat bij Sijne Excellentie bij advys van den Staten van Utrecht daer anders op sal sijn gedisponeert, ende voorts dzelve goederen te inventoriseren ende hetzelve inventaris over te leveren in handen van den magistraet. Ende omme sulcx te doen aen tcapittel van Oudemunster ende tconvent van de Brandolie, zijn gecommitteert Dirck van Botteyling ende Adriaen van Rhenen raden. Actum den

1) Deze en de volgende inventaris worden hier aan ’t eind nog opgenomen, omdat de Utrechtcche Rijksarchivaris Mr. S. Muller Fz. mij op hun pas ontdekt bestaan opmerkzaam maakte, toen de overige reeds ter perse waren, zoodat een inlassching ter plaatse na den Dom niet meer geschieden kon,