dreigde, zond ze in der ijl hare boden naar Holland, en met verlof van den graaf liepen de felle krijgers daar te wapen. Aan het hoofd plaatsten zich de ridders Dirk van Wassenaar, Hendrik burggraaf van Leiden, Philips van Duvenvoorde, Simon van Benthem en Jacob van Wonde, die der stad bijzonder genegen en van den bisschop afkeerig waren. Om hen had zich geschaard een groot getal wapendragers, die optrokken met doodsverachting in de ziel. Zij waren gekomen tot aan de Hooge-Woerd bij de Meern in ’t oude

1) J. P. Arend, Algetn. Geschied, des Vadert.. 11, I bl. 413 heeft beweerd, en W. Moll met nog anderen zeiden het voort, dat het plaats had nabij Montfoort (op den Hoogen Waard). Maar de schrijver van het Domkapittel te Utrecht heeft daags na den slag in het doodenboek zijner kerk opgeteekend dat het geschied is *op die Hoghe Woerde, juxta Civitatem Trajectensem, d. i. nevens, dicht bij de stad Utrecht. (Dit Archief XXI bl. 224.) Zoo iets zou, ja. een Parijzenaar of Brusselaar kunnen schrijven, als hij den Hoogen-Waard bij Montfoort ;wilde aanduiden, maar een Utrechtenaar volstrekt niet. Ook alle ouden, zelfs Stoke (VII vers 942—3), wijzen op den omtrek van Utrecht. Heda (Historia, bl. 227) zou men misschien voor het tegendeel kunnen inroepen; maar wat beduidt zijn woord tegen een getuige, die de dingen met eigen oog had gezien of uit de eerste hand had ontvangen. Maar ook Heda, als men hem oplettend leest, stemt met de ouden goed overeen, Hij plaatst het slagveld niet ver van Montfoort op de Hooghe Woerdt, een hoogen waard aan den weg naar Utrecht. Dit past wel op de Hooge-Woerd bij de Meern, maar niet op den Hoogen-Waard, die vlak aan de stad Montfoort schiet en ligt tusschen de wegen naar Woerden en Oudewater, maar geenszins aan dien naar Utrecht. Ten overvloede heeft Heda’s uitgever A. van Buchell, die gelegenheid had, op zijne wandeling de dingen van nabij te onderzoeken, den schrijver toegelicht door eene noot, welke ons zegt, dat de »Hoge-Woert”, het besproken slagveld, lag aan de oevers van den Ouden-Rijn dus omstreeks den Stadsdam , en dat daar te zijner tijd nog het kruis stond, er geplant ten zoen