Nu we hier aan het slot van onzen arbeid staan, komt de vraag zich opdringen, of Mr Balthasar Huydecoper en zijne volgers in de Christelijke Historie den moed zullen behouden, om op nieuw de kracht hunner karwats te beproeven op den rug van bisschep Willem? Aan eenig antwoord durven we ons niet wagen. Evenals vroeger blijkt ook thans nog de Christelijke Historie voor kroeze daden niet vervaard. Laat haar voortgaan zich zelf te onteeren.

met beeldwerk rijk versierde graftombe des bisschops Gui van Avennes. Nu kan u zich het graf van bisschep Willem denken daar tegenover dat van zijn opvolger staande in den omloop vlak aan de zuidelijke tochtmuur van het Domkoor: doch hoe wil u dan St. Daurens-altaar plaatsen, vóór hetwelk bisschep Willem zou zijn ter ruste gelegd? Dit maakt de zaak nog meer verdacht. Daarentegen wekken de woorden, welke E. van Engelen ons hierboven uit V. Buchells H.S. te lezen gaf, alle vertrouwen. De schrijver had in den aanvang der 170 eeuw de graven nog eens met eigen oogen aanschouwd, de grafschriften gelezen. Hij gaat tevens behoedzaam te werk: de graven, wier bezitter zich niet voordeed, noemt hij «onbekende” ; dit neemt den twijfel weg daar, waar de naam wordt genoemd. Ook sluiten nu de dingen behoorlijk ineen.. Van bisschop Hendrik van Vianden is het bekend dat hij in het nieuwe door hem gebouwde eerste stuk van den Dom is begraven. De andere bisschoppen daar naast hem, die voorheen in den ouden Dom lagen, zijn voorzeker bij den grootschen herbouw in hun voormalige rust gestoord en werden toen het voegzaamst overgebracht, naar het nieuwe werk, dat door Hendrik van Vianden was begonnen. Als Willem Berthold daarbij wordt neergelegd aan den noordelijken vleugel, dau is de rij vol, zooals van Buchell ze vond. Ons wil daarom dunken dat het besproken graf moet worden gezocht niet ter zuidzijde naast het koor, maar ten noord-oosten in de eerste straalkapel. Het grafschrift, dat P. Boekenberg, in zijne Brevis Historia Pontificum Ultrajectensum bl. 29, van Willem Berthold geeft, is blijkbaar in later tijd vervaardigd door iemand die niet meer wist, dat alle toeleg op West-Friesland aan bisschop Willem geheel was mislukt.