Reeds op Pinksteren 1529 was het kasteel onder dien naam bekend, i) Het Cathrijnegasthuis verhuisde toen naar de Nieuwstraat.

Daar moesten, op keizerlijk bestel, de Karmelieten plaats maken voor de Johannieterridders. Bij oorkonde van I Juli 1529 hechtte bisschep Hendrik er zijn goedkeuring aan, dat de Karmeheten de parochiekerk van Sint Nicolaas in gebruik zouden krijgen, en werd hun vergund, aan de Noordzijde dezer kerk een klooster te bouwen. 2)

De Johannieters namen toen bezit van de voormalige kerk en kloostergebouwen der Karmelieten. De bouw was nog niet eens voltooid. In het jaar 1513 was men bezig, de kerk der »Vrouwebroeders« »te decken.» Ook in 1529 was ze nog niet voltooid. Het dak van het schip werd in 1524 af gemaakt, het koor eerst na den afstand aan de Johannieters.

Aan dezen bood echter de reeds aanwezige stichting niet genoeg ruimte. Daarom moesten op bevel van het Hof van Utrecht ook de bewoners der huizen langs de Nieuwe Gracht hun perceelen ontruimen. »Op den hoek van het Catharijnesteegje stond aan de Nieuwe Gracht »een schone wonighe« : daar stichtte de balijer een] nieuw ziekenhuis, dat het oude bij de Catharijne-poort moest vervangen. Het gebouw is nog heden als gymnastiek-lokaal in wezen, en de toegang daarheen van de Nieuwe Gracht draagt nog altijd den naam van Gasthuispoort.« 5)

1) V. d. Monde Tijdschrift IV, 75.

2) Hist. seu not. 105—106 en MatÜi. Fund. 357.

3) Van Overvoorde en Joosting, De Gilden van Utrecht 11, 313.

4) Bijdragen en Hist. Gen, XI ; 47.

6) Muller t a. p. blz. 5.