moeder met deesen en diergelijke woorden: Beminde ik en kan niet langer uitstellen, UE. kennelijk te maaken mijne blijdschap in den Heiligen Geest, omdat ik in het dorp Baarle bij Zoesdijk gevangen worde gehouden, niet als schelm of dief; maar omdat ik priester ben. Item aan dezelve in eenen anderen brief, al is het zaaken dat mijne gevangenis nog duurt, mijne patiëntie duurt ook nog, en dat in de koors, die ik nu een half jaar gehad heb. Met welke klaare woorden hij zijne blijdschap heeft te kennen gegeven, ten uiterste wenschende met Christus, en voor Christus te lijden, ja ook de Martelie te onderstaan, niet willende de vlugt neemen, opdat de Dienaars en anderen, die hem bewaarde, om zijnen ’t wil niet zouden te lijden hebben. Voorts ten tijde van zijne gevangenis, dewelke geduurt heeft omtrent 8 maanden, is sijne spijs en drank weinig of luttel geweest: niet tegenstaande heeft hij den vasten van sijnen Regel van den Feestdag van Allerheiligen tot Kersmis, en andere abstinentien en vastendagen, soo van de order als van de H. Kerk strengelijk onderhouden, en als wanneer hem buiten tijds ondertusschen een portie visch gepresenteerd wierd (: al waar het zaaken, dat hij s’noenens bijna niet als melk geëeten had:) soo heeft hij nogtans den visch niet willen laaten bereiden, voorstellende de verbintenis van sijnen vasten.

Sijne kerkelijke getijden, en meer andere godvrugtige gebeeden, las hij daaglijks uit een boekske, dat hij van den Eerweerdigen Heer pastoor van die plaats i) ontleent had, deesen pastoor heeft hem ondertusschen besogt, naar als hij in het einde zijns levens denselven

1) Santvoort, waartoe Baarn kerkelijk behoorde, werd destijds bediend door Joannes de Haegen, pastoor te Soest.