Bydragcn voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, door Dr. P. L. Muller. Vierde Reeks, Deel 11, Afl I. (’s Hage, Nijhoff 1901.)

Mr. C. Pijnacker Hordijk geeft blz. i— 25 eenige opmerkingen ®ver. ~De castellani van Utreckt, hoofdzakelijk in de 12e eeuw.’’ Uit de oorkonden besluit hij, dat de Utrechtsche k.asteleins of burggraven het eerst worden genoemd in 1105, dat hun ambt tuEschen 1156 en 1164 uit een geslacht van dienstmannen is overgegaan in een geslacht van edelen (dat van Rhenen) en dat het vermoedelijk nooit veel te beteekenen had.

Centrum, Hei. i Mei 1901. (NO. 5134.)

Beschrijving der plechtige consecratie van de Nederlandsche kapel in de votiefkerk van den H. Joachim te Rome, welke op 25 April 1901 geschiedde door Z. D. H. Mgr. H. van de'Wetering, aartsbisschop van Utrecht.

Feith, Mr. J. A. Catalogus der inventarissen van de archieven der voormalige zijlvestenijen en dijkrechten in de provincie Groningen. (Groningen, Erven B. van der Kamp igoï.) 386 blz. 40.

In dezen lijvigen, met zorg bewerkten catalogus komen verschillende stukken voor, afkomstig van of handelende over kerkelijke personen in de provincie Groningen. Vooral na het jaar waarmee het Oorkondetiboek uan Groningen en Drente afsluit, kunnen dergelijke stukken voor den boefenaar van gewestelijke kerkgeschiedenis van belang zijn.

Fredertcq, Dr. Paul, en zijne leerlingen. Corpus documentorum Inquisitionis haereticae pravitatis Neerlandicae. Vierde deel. Tijdvak der Hervorming in de zestiende eeuw (i5l4—23 September 1525). Bij Vuylsteke te Gent en M. Nijhoff te ’s Hage igoo. XXXIV—533 blz. Prijs 15 francs.

Dit belangrijk deel brengt in tijdsorde 391 documenten over de pauselijke en bisschoppelijke inquistiie in de Nederlanden, en over daarmee verwante quaesties. Het zal niet weinig kunnen bijdragen tot vermeerdering der juiste kennis van dit op