welke den Koran leeren lezen (ngadji) aan huu' goeroe (onderwijzer) wordt opgebracht. In zoover dit echter niet geschiedt volgens plaatselijk gebruik, wordt daartoe de toestemming van den Kaoem vereischt.

(23) Koepat (nrjajinsnj) noemt men rijst, gekookt in vierkante zakjes van gevlochten kokos-, nipah-, arèn- of andere bladeren. Ook aan die zakjes zelf wordt dikwijls de naam van koepat gegeven.

(24) Getrouw aan den Koran, acht de mohammedaan het >eene groote zonde, te zeggen, dat God een zoon heeft." (S. 18: 4).

(25) Mohammed zegt, dat men een ander persoon in Jezus' plaats gedood heeft, en dat wanneer de Joden zeggen, Jezus ter dood te hebben gebracht, zij in dezen niet meer dan napraters zijn (S. 3: 48; 4: 156). Meer uitvoerig spreekt dienaangaande de Sërat Anbiö. (Zie jaargang IX van dit Tijdschrift pag. 237 v.v.)