daarom ook met gent egen de photografie zullen ontvangen. Misschien achten zij haar niet geheel onwaardig.om voor dit j aar onze Mededeelingen te versieren.

Laat ik trachten, u thans eene beschrijving te geven van deze onze kerk. De eigenlijke kerk heeft eene lengte van 30 en eene breedte van 17, bij eene hoogte van 6 meter. Het front tot aan den nok haalt 1meter. Het dak rust aan weerskanten op eene rij pilaren, die een gemetseld voetstuk hebben met aangebrachte lijst. Ook is dit dak vijf meter uaar voren uitgebouwd, om daardoor het front tegen iuwatering te beschutten. De verlengstukken tot ondersteuning van dit uitgebouwde dak rusten mede op palen met gemetselde voetstukken. Duor dit vooruitschietend dak heeft men op de photografie eene vrij groote slagSchaduw aan weerskanten op het front. Achter aan de kerk is over de geheele breedte eene groote kamer gebouwd, alleen een weinig inschietend voor de achterdeuren. Deze kamer is 4 meter breed en even hoog als de geheele kerk, zoodat het dak een geheel vormt, hebbende eene lengte van 40 meter. Dit geeft van verre gezien aan de kerk het aanzien van uitermate lang te zijn, en verhoogt daardoor zeer het indrukwekkende. Aan de overzijde is eene groote deur, die op de photografie open staat. En daar het geheele gebouw op steenen rust van f meter hoog, zoo geleidt een groote breede trap naar dezen ingang. Aan weerskanten daarvan heeft men een boogvenster. Boven deze deur en beide ramen heeft men in het front drie cirkelvormige ramen en een langwerpig raam met halven cirkelboog. Deze vier ramen geven alleen licht op den zolder, en zijn hoofdzakelijk aangebracht ter verfraaiing van het front, opdat het al te groote witte vak eenigszins gebroken zoude zijn. Vóór aan het front, eenigszins naar